• Tidak ada hasil yang ditemukan

bahasa belanda dasar

N/A
N/A
Dea Amallia

Academic year: 2023

Membagikan "bahasa belanda dasar "

Copied!
1
0
0

Teks penuh

(1)

PENGENALAN ABJAD DAN SPELLING DALAM BAHASA BELANDA A. ABJAD

A B C = se D E F G =

khe H I J =

ye

K L M N O P Q =

qu/ku R S

T U V W X =

iks/ix

Y = aey

Z

Hurf tambahan Sj =

sye

Tj = ce

Ij = aey

Ij / y / Ӱ = aey

Ee = ei

Ie = ii Oe = u

Ov = auw

Vi = aouw

Ig = eh

Kata ganti persona dalam Bahasa Belanda 1. Kata ganti orang (persona) untuk subjek

Saya/aku Ik

Kamu Je/jij

Anda U

Anda (kuno, arkais) Gij/ge Dia (laki-laki) Hij Dia (perempuan) Ze/zij

Kita We/wij

Kami We/wij

Kalian Jullie

Anda sekalian (jamak) U

Mereka Ze/zij

Contoh kalimat:

Saya lelah : Ik ben moeKamu lelah : Je bent moeAnda lelah : U bent moeDia (laki-laki) lelah : Hij is moe

Dia (perempuan) lelah : Ze is moe/Zij is moe

Kita lelah : We zijn moe/Wij zijn moeKami lelah : We zijn moe/Wij zijn moeKalian lelah : Jullie zijn moe

Anda sekalian lelah : U bent moe

Mereka lelah : Ze zijn moe/Zij zijn moe

Page | 1

(2)

2. Kata ganti orang (persona) untuk objek

Saya/aku Me/mij

Kamu Je/jou

Anda U

Dia (laki-laki) Hem

Dia (perempuan) Haar

Kita Ons

Kami Ons

Kalian Jullie

Anda sekalian (jamak) U

Mereka Hen/hun

Contoh kalimat:

– Dia suka saya : Ze houdt van me/Ze houdt van mij – Saya suka kamu : Ik houd van je/Ik houd van jou – Saya suka anda : Ik houd van u

– Dia (perempuan) suka dia (laki-laki) : Ze houdt van hem – Dia (laki-laki) suka dia (perempuan) : Hij houdt van haar – Dia suka kita : Ze houdt van ons

– Dia suka kami : Ze houdt van ons – Saya suka kalian : Ik houd van jullie – Saya suka anda sekalian : Ik houd van u

– Saya suka mereka : ik houd van hen/Ik houd van hun Butuh: nodig hebben

Benci: haat

Ik houd van je = je houd van me lapar = hunger

haus = drust

3. Kata ganti orang (persona) untuk kepunyaan/kepemilikan

Saya/aku Mijn

Kamu Je/jouw

Anda Uw

Dia (laki-laki) Zijn

Dia (perempuan) Haar

Kita Ons

Page | 2

(3)

Kami Ons

Kalian Jullie

Anda sekalian (jamak) Uw

Mereka Hun

Contoh kalimat:

– Itu adalah buku ku : Dat is mijn boek – Itu adalah buku saya : Dat is mijn boek

– Itu adalah buku mu : Dat is je boek/Dat is jouw boek – Itu adalah buku nya (laki-laki) : Dat is zijn boek – Itu adalah buku nya (perempuan) : Dat is haar boek – Itu adalah buku kita : Dat is ons boek

– Itu adalah buku kami : Dat is ons boek

– Itu adalah buku anda sekalian : Dat is uw boek – Itu adalah buku mereka : Dat is hun boek Mobil = auto

Ibu = mader Kekasih = geliefde

3. Angka dalam Bahasa Belanda

Angka dari 1 sampai 100 dalam bahasa Belanda

Jumlah Ejaan

0 nul

1 een

2 twee

3 drie

4 Vier

5 Vijf

6 Zes

7 Zeven

8 Acht

9 Negen

10 Tien

11 Elf

12 Twaalf

13 Dertien

14 Veertien

15 Vijftien 16 Zestien 17 Zeventien

Page | 3

(4)

Jumlah Ejaan

18 Achttien

19 Negentien

20 Twintig

21 Een en twintig 22 Twee ën twintig 23 Drie ën twintig 24 Vier en twintig 25 Vijf en twintig 26 Zes en twintig 27 Zeven en twintig 28 Acht en twintig 29 Negen en twintig

30 Dertig

31 Een en dertig 32 Twee ën dertig 33 Drie ën dertig 34 Vier en dertig 35 Vijf en dertig 36 Zes en dertig 37 Zeven en dertig 38 Achten dertig 39 Negen en dertig 40 Veertig

41 eenenveertig 42 tweeënveertig 43 drieënveertig 44 vierenveertig 45 vijfenveertig 46 zesenveertig 47 zevenenveertig 48 achtenveertig 49 negenenveertig 50 vijftig

51 eenenvijftig 52 tweeënvijftig 53 drieënvijftig 54 vierenvijftig 55 vijfenvijftig 56 zesenvijftig

Page | 4

(5)

Jumlah Ejaan 57 zevenenvijftig

58 achtenvijftig 59 negenenvijftig

60 zestig

61 eenenzestig 62 tweeënzestig 63 drieënzestig 64 vierenzestig 65 vijfenzestig 66 zesenzestig 67 zevenenzestig 68 achtenzestig 69 negenenzestig 70 zeventig 71 eenenzeventig 72 tweeënzeventig 73 drieënzeventig 74 vierenzeventig 75 vijfenzeventig 76 zesenzeventig 77 zevenenzeventig 78 achtenzeventig 79 negenenzeventig 80 tachtig

81 eenentachtig 82 tweeëntachtig 83 drieëntachtig 84 vierentachtig 85 vijfentachtig 86 zesentachtig 87 zevenentachtig 88 achtentachtig 89 negenentachtig

90 negentig

91 eenennegentig 92 tweeënnegentig 93 drieënnegentig 94 vierennegentig 95 vijfennegentig

Page | 5

(6)

Jumlah Ejaan 96 zesennegentig

97 zevenennegentig 98 achtennegentig 99 Negen en negentig

100 Honderd

1000 Duizend

2000 Twee duizend

2021 Twee duizend en een twintig 1.000.000 Miljoen

Milyar miljard

1999 = duizend negenhounderd negen en negentig 1830 = duizend acht honderd dertig

1602 = duizend zeshounderd twee

1998 = duizend negenhounderd achtennegentig 1965 = duizen negenhounderd vijfenzestig Jaar = tahun

Maand = bulan Datum = tanggal Uur = jam Minuut = menit Tweede = detik

Hari-hari dalam Bahasa Belanda / naam van de dag Senin = maandag

Selasa = dinsdag Rabu = woensdag Kamis = donderdag Jumat = vrijdag Sabtu = zaterdag Minggu = zondag Vakantie : libur

Dag rapporten = laporan harian dag register = pendataan harian

Page | 6

(7)

welke dag is het vandaag?

Besluit: keputusan pemerinah Mvo: memorie van overgave

Gubernur jenderal – karesidenan–regen/kabupaten/gemeente/kota/ afdeling – kawedanan – kecamatan – desa

KATA BILANGAN TINGKAT 1. Eerste = pertama

2. Tweede = kedua 3. Derde = ketiga 4. Laatste = terahir

5. Eenentwintigste December is de kortste (vs langste) dag van het jaar

WARNA Rood = merah Groen = hijau Blauw = biru Wit = putih Geel = kuning Grijs = abu2 Zwart = hitam Bruin = coklat

VRAAGTEKEN (KATA TANYA)

5 W 1 H DALAM BAHASA BELANDA:

1. What = wat 2. Who = wie 3. Where = waar 4. When = wanner 5. Why = waarom

How = hoe

KATA SANDANG (onderhoet)

De, het, een ===== prinsipnya harus dihapal De dan het === kata sandang tertentu

De === feminim (diahiri tie, thie, sie, seperti vacantie, sympathie, visie), kata benda jamak;

de huis

Het === maskulin ===== berahiran um, aat, dan isme (de advocate, de granaat) kecuali kata dee granaat

Page | 7

(8)

Een ==== kata sandang tak tentu (de auto, de huis), seluruh kata benda dalam bentuk tungggl: een auto, een huis.

TO BE (ZIJN) DALAM BAHASA BELANDA

Subyek Present Past Milik

Ik Ben Was Heb

Jij/je Bent Was Hebt

U Bent / is Was Hebt

Hij, zij, ze, het Is Was Heeft

Wij, we Zijn Waren Hebben

Jullie Zijn Waren Hebben

Zij, ze zijn waren Hebben

LATIHAN MENERJEMAHKAN Nederlands als bronnentaal

1. Dit is een cursus Nederlandse taal voor beginners

2. Deze Nederlandse taalcursus is gemaakt voor indonesische docenten en studenten 3. U moet Nederlandse teksten lezen en vertalen

4. Nederlands spreken of schrijven leert u niet 5. De eerste vijf lessen zijn voor indereen gelijk

6. Daarna volgen lessen voor juristen, historici en antropologen

7. In de grammatical vindt u informatie over de structuur van het Nederlands 8. De betekenis van woorden staat in het wordenboek

9. De vertaling van woorden staat in een Nederlands-Indonesisch woordenboek

10. Zonder gramatika en zonder wordenboek kunt u geen Nederlandse teksten lerenlezen

Woordsoorten en woordgroepen

1. Iedere tekst bestaat uit zinnen. Iedere zin bestaat uit woorden 2. Sommige woorden kunnen van vorm veranderen, maar andere niet

3. Overanderlijke woorden zijn bijvoorbeeld: uit, van, voor, in, bijvoorbeeld, de, het, ik, jullie

4. Veranderlijke woorden zijn bijvoorbeld:maken (maak, maakt, maakte, maakten, gemaak);

zin (zinnen); nieuw (nieuwe, nieuwer, nieuwst)

5. Er zijn diverse woordsoorten, bijvoorbeeld,substantieven (tekst, zin, woordenboek, docent; artkels (de, het, een), preposities (uit, in, voor)

6. Een zin bestaat uit woordgroepen, een woordgroepen bestaat uit een of meer woorden.

7. De volgende zin bestaat uit drie woordgroepen: de cursist/gebruikt/het woordenboek.

8. De volgorde van de Nederlandse woordgroep is soms anders dan de volgorde van de indonesische woordgroep.

Page | 8

(9)

9. In het Nederlands staat het substantief achter in de woordgroep, in het Indonesischstaat het meestal vooraan.

10. Bij het lezen moet u weten welkw woorden samen een woordgroep vormen.

Page | 9

Referensi

Dokumen terkait