• Tidak ada hasil yang ditemukan

3'Qmbarifaan dari J<oof dbesfuur - KHASTARA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2023

Membagikan "3'Qmbarifaan dari J<oof dbesfuur - KHASTARA"

Copied!
6
0
0

Teks penuh

(1)
(2)

3'Qmbarifaan dari J<oof dbesfuur

!52!!raS'i!!SCSi!S2S~i25a.!iCSi!S'5i!25iC52!i25i!SC5i!252.52.S~

l. Hoofdbestuur merasa tiada sanggoep dan tiada mempoenjai tan goengan akan melakoeken poetoesan-rapat-besar ja'ni, mengaaakan lid maatschapskaarten oentoek anggota-anggota, ka- rena ongkos-ongkos jang har~s diokeloewarkan terlampau banjak.

2. Oleh karena voetbalbeker, oentoek J.J. elf- tallen, haroes direboet oleh elf.tallen dari segala tj"bang-tjabang, maka beker ini tiada akan per-

mainkan didalam Congres jang akan da.fang, di Solo (J.J.P. Congres).

3. Dipinta oleh H.R pengarang Jagoe (com- ponist) jang pandai mengarang satoe lied per- koempoelan ( vereenigingslied.)

Perdjandjian: jang merdoe . . . . .. . .. dan berda-

s~r kekebangsaan (van nationaal karakter).

Kaliw..at-kalimatnja seboleh-boleh haroes <la- lam bahasa Indonesia dan lagoenja djoega lndo- nesisch (Oost-ersch).

4. Diharap so.t"paja anggota-anggota memban- toe menjiarkan boekoe-boekoe bon 'dari

J.

J.

studiefonas. · Keterangan dari ha! ini ooleh aapat kepada masing-masing bestuur-tjabang.

5. Soerat-soerat oentoek H.B. moelai 15 Mei

<?mpai Juli 28 haroes dialamatkan kepada:

Secretaris dan Administratie: Soegiono en Soedjono.

c/o M. B. Djoened. (SLAWI, TEGAL).

ik aan 't oorueel van• dt: geachte toehoorsters en toehoorders over.

Sterk heti ik 'de nadruk gelegd op 't vrouwenver~

enigingsleven, uat rnede 't resultaat is geweest van

·t m~isjesonderwijs. Venier heb ik geprobeerd U Hn becld te geven van 't streven van 'de meeste vrouwenvereenigingen. V el arbeid moeten wij nog u-0cn in .de vrouwenwereld; we zij n nog niet, waar we wczen moeten. Naast bevordering van 't meisjesonderwijs hebben we nog vecl punten; op ons werkprogramma, o.v. liestrijding v/h onzeclelijk leven van Inlanasche vrouwen bestrijding van kinderhuwelijken, medewerking dan de vereeniging van woekerbestrijding en andere takken van so- ci<ile arbeid.

Vooral de woekerbestrijding ver'dient onze me- uewerking. Hoe Clikwijls wordt het ons niet gezegd, Clat ons volk nog echt een kind is, dat rneestal 11iet van sparen weet, als 'dit sparen niet voor pret maken 'dient. Het volk leeft van de hand in de tand en aenkt meestal niet aan 'den dag van mor- gen. Geen wonder, oat zoo dikwijls een eenvou- ilige lnlan-Oer Cle prooi wordt van Arabier of Chi- nees. Het Inlanasche volk moet 'door onderwijs riog leeren, zuinig te mijn; het moei: nog Ieeren, weerstand te kunnen bie'den aan de verleidelijke aanbie'dingen van aen woekeraar.

U, Jong-Java, C:lie nu op 't punt staat uw 14e jaar in te gaan, U zou ik graag op Uw verdere door-

reis in 'dit I even will en toeroepen: ,, Werkt samen met vrouwen en meisjes, 'die zich ten doel stellen, de Javaansche vrouw vooruit te brengen. Steunt oit streven, want 'daardoor oenadert gij 't doe!, oat gij voor oogen stelt: 'de vooruitgang van 't

vaansche volk".

b' gezegd.

WAT ER AL ZOO VAN DE INDONESIER WORDT OEDACHT EN OESCHREVEN.

Het is naar aanleiding van het intervieuw van Generaal Swart door de Ind. Courant, dat wij ons genoodzaakt voelen er eenige citaten uit te nemen, en ze onder onze Jong-Java lezerskring bekend te maken, opaat iedere Jong-Javaan ·aan een voor- stelling zal krijgen, van wat er alzoo over den Jn'donesier wor'dt gedacht en geschreven.

Toen ofize geachte Generaal in ruste een bezoek bracht aan de verschillende kantoren, is het zijne Edele -0pgeva!len, 'dat in vele betrekkingen de Jnlanaer de plaats van 'de Indo-Europeaan heeft ingenomen. Volgens de Generaal is gelijke arbeids prestatie-gelijke bezoldiging uit 'den booze ...

orrldat de levensbehoeften van Indo en Inlanacr aniders 'Z-Ouaen zljn.

.Een andere uitlating van Generaal Swart is, clat 'de Indo

ae

verplichting hecft, om zijn lana te ver- 'de'digen, een vcrpli.chting, uie de Inlander niet kent.

Daarom moet clan ook de Jndo hooger bezoldigd worden bij gelijke arbeidsprestatie, aldus Generaal Swart.

Jong-Javanen, wij verzoeken U b'eleefd ~o~h dringend 'deze uitlatingen des veldheer-en goecl 111 uwe ooren te knoopen, opaat U later, als u eenmaal in de maatschappij komt, niet voor verrassingen.

'Zlllt komen te staan. En 'clat

aei

maatschappij heel, heel anders is 'dan het !even, oat wij ons met onze jong-java-ideeen hebben voorgesteld - ZLtlt u, de eeH vroeger (Ian ~de an'der, wet te weten komen. .

Een ander argument voor zijn opvatting vond C.te Generaal in het on'dervolgende:

Een Indo-Europeaan is een man van standing".

v~~rzichtig

genoeig lief hij er cchter op volgen, dat hi} daarmee niet wou zeggen, uat ecn Inlander niet

iema.nt! van stanC!ing kan zijn, maar izijn levens- behoeftcn zijn anders dan die van 'den

Incto.

Deze moet om zijn stand op te houden lid zijn van dit en lid van 'dat, allemaal aingen, waar een Inlander -zich niets van aan hocft te trekken.

Nemcn we deze opmerkingen nu even onder

Ue

loupe .. .. .. ... Och, het is altijd weer dat afge., zaagde argument: 'de levensbd1oeften en de ,,stan- ding" b/d Europcaan, en al wat er mee gelijk gesteld wor'Llt. Wij 'durverv zeggen, 'dat dit zotte argument zin noch waarde hecft, .. .. . .. .. omdait men hier tracht tc bcwijzen uit het ongerijmde.

E111 in l1et ,.gevolg" ziet men een ,,oorzaak", een uitgangspunt om te ,,bewij zen". Mrn we et: 'de In- lander ect kddla men a en kt: 'de Inlander is tevre ..

den, \Wlaan, gcef ' hem aldoor ketella, zoo redeneert men.

Maar men vraagt n'iet, waarom de Inlander ketella ect. I-let is niet, o Generaal, en nog zoo vele anderen, - omaat hij niets boven ketella ver- kiest, maar het is, ... om'dat hij niet te kiezen

l~eeft !

Ketella moet en zal hij kn, onfrlat de middelent n niet zijn om iets anC.lers te bikken te krijgen.

En u ziet hierin, Oeneraal een reden, om hem dat streven boven

ae

ketella te onthouden !

U heeft hier gezien, dat de lnlanders in atap en bilikhuisjes woncn, met als vloer den begane11 grond, u hebt bet noeger gezitn, ti hebt het bij uw we'derkc.mst hier weer g"zien - en uw oor- deel is: zij zijn tevieden, ~et:f hun nids mcer, ze heboen nict meer lev"nsbl ho ftrn. ·

Maar gclooft t1 1rn in :i!Ln ernst, Generaal, dat ze ee.n steenen huis met llch:gdde doeren zouden afwijzen, als u ze hun aan bood?

Zouden zij in die krottcn willen blijvcn, als zc iets beters haddcn?

Een antler grootc-stads-beeld zal ik u \'Oorhan- gen .. . .. .... Een fuivenclc groer blanda's in c'l'.n d:?r vcle ca fe's en rtstau:anb. Ecn troep nonton- nende Inlanch:rs. Het is misschien ceuwen zoo ge- w""est, dat de blanda fuift met de Inlanders als toeschouwers. En in h_ t hc-Jfcl \·an ,,1\\en", waar- onder ook onze Gcn;;raal. zct 7-ich \'ast: die men- sch en kijken toe, en zijn te\ reden. Wij moete.n lid -zijn van dit en van dat - diL1 Inlall(krs hoeven er zich niets van aan te trl'kken !

O. hoe vurig hoop ik, dat het omgekeerd ware Een and er heeld . .. .. .. .. 0 necn, ik word te bng'dra'dig lezer- en lezeres !

Wij wcten, dat in de kampongs ook Indo's hui- zcn en leven als de Inland•.:rs - aan de zelfkant der samenleving noemt men d<it in sommige kringen - z;j hcbbcn hct son1s bero rdcr dan de InlaJKiers . en worden ook dikwijls in de Jnlanclschc kring

op gen omen.

Misschien zeggen sommigcn ook hiervan: dat is geen andLrc levensbehoeften kennen. Wij doen

!1et lie\'er niet ! Ook zij wenschen bes list een ,,beter"

!even, een !even met meer comfort etc.

De meening v.d. Generaal, dat de Jndo de ver·

plichting heeft om zijn land tc vcrdedigen, een verplichting, die de Inlander niet kent, \VOrdt ook gedeelcl door meerderc Indo's.

En van deze stelling uilgaande vinden ze her zeer onbillijk, clat hun nog steeds het gron'dbezh wo1dt ontzegd.

De Indo met het bloed van (Jen blanke en da\

van het gekoloniseerde ras eischt nu naast de rech- ten van zijn stamvad~r, ook die van zijn moeder op.

Dit nu is weer iets typisch voor een gekoloniseerd land!

Maar bij ons rijst de vraag, bij 't gebruik van bet woord verdecligen, tegen wic hij dit land, dat hij zijn Vaderland noemt, zou willen verdedigen.

Dat is ook nog een duister punt!

Tcgen e.en buitcnlandschen vijand? (Wij ge- orulk:cn hier het WO:Jrd ,,buitcnJandschen'', Omdat

in dit land ook gesproken .. wordt van een ,,binne1~­

la11dschen'' vij and).

Ach, er zijn nog genoeg loyalc inheemschen en bestuursambtenaren - , die hun !even veil bebben voor het Moederland.

Alzoo is ook deze bev\'ering van den ·Generaal niet van kracht.

Wij wete:1 nu, clat Indo-belang_t,n niet iclentiek zijn met Indonesisthe belangen, Ja, dat zc vaak liinrecht tegenover elkaar staan.

· In de toekomst zal cen botsing dezer belangen o.i. onvermijdclijk zijn.

De positie, aie wij heden in (leze Inclischc maat- schappij innemen, is vern:: van tc benijden.

Hopen wij, dat 'deze factoren voor ons een aan- sporing zij, om harder te \Wrkcn, opdat ons streven naar positicverbetcring 'des te spoedigcr bereikt wor'den.

S. NITI.

DJAMAN KEMADJOEAN?

Ketarik oleh bangsa Barnt pada masa ini ham- pir scmoea kita ora11g ingin mengctahoei Clan sempat m:..lakoekan pela(ljaran-peladjaran jang agaknja menarik 'dan menjenangkan hati kita.

Sekolahan poen koerang tjoekoep boewat tempat beladjar; kita 'i:ijoega mentjahari• tempat lain, ai mana di oela"cljarkan peladjaran, jang ta' aipela- .djarkan Cli sckolahan. Kebanjakan peladjaran ini poekannja oentock penghicloepan Jtelak akan tetapi

ooewat senang hati sahaaja, ja'ni kita beladjar;

piano, biota, aansa Clan sebagainja.

Boekannja hanja anak laid sahadja jang senang beladjar lainan di loewar sekulahan tahadi, djoega gadis-gadis kita poen melakoekannja. Tcrnjatalah bahwa kita tioekan Iadang gerat ot>ntoek bidji Baral. Lebih-lebih bi,tji Barnt tadi toemboehnja begitoc baik, sampai terlendih dan tertindaslah bidji-bidji jang dahoeloe tatkala scbclocm dida- tangi111ja jang socdah tertanam disitoe. Akan tetapi socnggod1kah bidji-bidji ini terkndih sama sckali?

Artinj a: Hilangkah bidji-bidji tahadi, moesna hingga ta' dapat berhidoep lagi?

Kalau penoelis tiada sangat kdit'oe pe 11andangan, masih dapat diharaplah hidoepuja bidji-bidji lama tacli. Sebao bidji-biclji terselloet diatas, ja-itic ke Djawaan kita, hanja tenksak sahadja oleh percisaan jang baharo.: daiang. Moelai kdjil sam- pai bcsar kita selaloe beladjar lllcnjoeboerkan bidji Barat, bidji kita s ;1dili jang toe!en poen ta' terpiara, j a, lebih-lebih uilo~pakan sama sekali liingga hampir terboenoeh.

Akan tetapi, sauclara pcmbatj a semoeanj a!

Perempoean atau poen laki-Jaki ! Apakah tida soe- dah tcrlaloe lama kita ta' ml'lihat 1x1da bidfi kita •/

-i.Jerasaan Djawa? Pantaskah kita torngg .: lebih lama lagi, menantil·an 111atinja, hingga tiada pcng-- harapan lagi boewat hitlocpnja? K~tahoeilah sat1- dara pemoeda-pemoeda, perempoe:m, dan laki- laki ! Sclamanja kita bclocm scmpat m~melihara

tanaman kita sen'c!iri ja11g sampai se111po.'rna dan mo ·lija, nistjajalah tanaman kita ta' akan dihargal jang sesoenggodmja ol(•h lain bangsa, cfan Iagi kntoclah kita ta' dapJt rne11joeboe1 kan tanaman dari lain tempat jang betoel-betocl hingga kita dapat makan boewahnja.

J\iisalnja: Djanganlah kita mernbesarkan kep0c-

11ja~iilnja Iain bangsa sahadja, mclainkan marilo.h kita djoega 111enh1ggikan pocsaka dari nenck rno- jang kita sendiri. Kcpoenjaan dari lain bangsa d_ioega mengandoeng baoe boesock; apa jang di- tinggalkan pada kita oleh toewa-toewa kita djoe- ga ada jang indall. Lagi poela kebanjakan pen- LlapaL:rn Barat sckali-kali tida tjotjok sama pen- dapatan kita, mendjadikau ta' semoea barang dari Barat pantas kita pakai. Disiuilah pemandangan ci::rn perasaan kita bilang ,,nee plus ultra!" atau:

,.Soedah ! sampai disi11i sahadja, djangan tero~s !'' Djanganlah kita memboeta toeli, karena kita in gin clinarna'i orang ,,1110.dern"' hingga kita menge..

tjilkan, Iebih-Iebih men tj ela kcpoenjaan kit a, ke- tjoeali Javaansche kunst, sebab kita hanja meng- harga'i \Vestersche kunst seperti: main piano, biola, dansa, apa lagi ,.charleston'' - kebanjakan jang disenangi oleh pemoeda-pemoeda kita hanja ketiga ini sahadja selain jazz-band! - (Bol4ih dinamal ,.kunstzin" kah ini?) Karena ajika kita melakoekan jang sebegitoe itoe, ta' akan tiadalah kita akan diketawa'i orang. Tida bangsa kita send;r! sahadja jang rnengetjilkan 'dan mentjela kita, t!joega lain hangsa poen ta' akan mengharga'i kita.

Ketjoeali dansa atawa charleston boewat ga'dis- gadis Djawa! Ingatlah kamoe, saudara istri! Ba- tjalah perkataa:n didalam zakagenda Jong-Java, jang tertoelis dibawah tanggal 29 Februari 1928.

Ingatlah. djika permintaan etiquette Djawa misih belom hilang sama sekali 111eskipoen sekarang kemasoekan etiquette Barat. Djika penoelis bolch bilang, ja'ni: Danszaal boekannja tempat kesenan-

gan bocwat gadis Djawa jang ternama baik, misih banjaklah lain kesenangan jang pantas 'clikoen- djoengi - 'clan' 'dilakoekannja ! "').

ROESTAM TJOKROADIKOESOEMO.

*). Lain or::mg, lain prrasaan!

siapakah j·rng- ·tiada ben1osa tliclalaru dnenia rn1: Reo ..

ANALYSE.

2 J anuari 1928. In mijn J .j .-agenda staat:

In crroote omstandighcden en gevai·en too:1t

" b

zich het groote karakter" (Napoleon.) Orie vragen dringcn zich in me op:

1. Wat zijn ,,groote omstandigheacn en geva- ren ?"

2. Wat noem j c cen ,,groot karakter?"

3. In welk verband staan ze tot elkaar?

I. Ik gevoel veel voor Einstein met zij n ,,Alles is relatief".

Begrippen izooals goed, slcc.:ht, mooi, g1oot enz.

kunnen niet anders (tan relatief zij 11. Ze wekken bij verschillcnde individuen verschillende geaach- tenbeelden op. Men zou dus nooit kunnen zeggen:

Dit is goed. Dat is mooi. Die daad is groot.

Want er zij n altij d nog wel din gen, die beter, mooier zijn':' Een daad, die 1i1en in J1et C'ene gcval groot wu noemen, blijkt vergeleken bij die in een an'der geval ternauwerno\Ja waard te zijn, om er over te reppen.

Ho2 is aan. 'de mensch er toe gekomen om zich in ~et aagelij'k: che !even in zulk een .oevestigena~n ' zin te uiten? Omclat de menschen door vergeltJ- king onaer elkaar een zekere rnaatstaf h~bben

aangenomen. Een maatstaf evenwel, aic gel:>oncten is aan 'den tijd, waarop en uc plaats, waar ze levett. In een omgeving, waar slechts misaadigers huizen, zal allicht een naar onze b'egrippcn hoog- staan'd persoon, worden uitgestookn, ziju'de onge- schikt, Cius niet goep genoeg voor hun maatschap-

pij. Oewoonte111 die eenigc eeuwen in zwang w&-

1 en, izullcn tcgenwoordig hevig~n aanstoot ver- wekken.,

Bij de bepaling van 'de maatstaf spreekt ook voor gecn gering dee! het persoonlijke een woordje 1uec. Icdcre groep van rnenschen, iederc gemeen- schap, ici.ier mensch als individu houdt er een1 eigen mnatstaf op na.

Zegt 'de eene partij: ,,Die man is ecn held; voor hem moeten we een stanclbeeld oprichten. Want h...,eft hij niet alle mogelijke rnoeite gedaan1, vrijheid en tuekomst opgeoffcrd, om ons op tc heffen uit onze knechtschap; hecft hij ons niet door zijn woorden en daden, het gevocl van, eigenwaarde, het vertrouwen in onze kracht en macht teruggc- geven'? Dat zijn naarn tot in lengte van pagen voortlcvc ! "

De an.dcre partij beweert met even veel recht:

,,Die ellendeling, die opruier; sluit hem op in de dicpste diepte van het gevang. Of laat hem zijn verdere onnutte !even slijten in het een of anaere onherbergz. me oora! Zijn bestaan is een vloek".

In dienzelfden relatieven toestand verkeeren de begrippen: omstandighcid, gclegcnheid, gevaar.

Nooit zal hct geval zich voordoen, dat er twee 111e11schen bestaal), 'die onder den drang Cler om- standigi1ede11, precies dezelfde handelingen ver- richtcn. Wei is het mogelijk, dat de motieven, die lien daartoe Ieidcn, gelijk zijn, b.v. door de instinc- tieve zucht Haar zelfbehoud, of geclr'even 'door het zel fde ideaal.

Omstandigheden, gelcgc11hcden ! - Z0olang we nog handelende zijn, geloof ik persoonlijk, 'dat er 11ocl1 groote, no::h kleine gelegcnheden zijn. leder op zich zelf is op 'dat moment groot of klein, al naarmate de uitkomsten, als gevolg van het aan- grij pen van 'c!ie gclegenhcid groot of klein1 zijn.

We zouden dus die gelegenheid groot kunnen noemen, welke door het juiste aanwenden van alle mogclijke factoren, de belangdjkste resultaten af- werpt. Maar teneincle dit te kunnen bereiken, cliLnen, neen, rnoeten we elkc voorkornende gele- genheid '1.angrijpen en naar ons beste weten be- nutten. Dan pas kunnen we er zeker, van zijn, dat

&is cle tijd daar is, om iets grootscq e volbrengen, we geen aarzeling zullen kcnnen.

Wat het begrip ,,gevaar" betreft, daatovei:.,heb ik niet veel tc zeggcn. Gevaar is slechts d~r

'aan-

\\ ezig, waar vrees is; terwij I onbevreesdheid te vcrwcrv1.:n is, door te handelen volgens onze voile o •erLtiging omtrent r e c h t en on r e c ht. Wie di1 nict doct, zou I a f genocmd kunnen wor:(len.

En is l a f h c id niet etc verachtelijkste eig~­

schap, die een mensch hebbcn kan? Wat is lUjtl.

hcid, gl'.makzucht anders dan een vorm van lafheid•

lafheid om het ,,vleesc.:h" te behe chen al ""'

0:11 een poging daartoe

e

on

menschen zijn er niet, die hun kostfia

t1j d, instede van aoor te brengen in e:Oeie studie te1 \'eikrijging van verntandelijke en geestelijke

\·ermogcns, verkwisten ,,in Jaffe Juiheids!oom".

Laffo menschen hebben geen karakter.

II. Wat is ,,karakter?"

W anneer zegt men, dat iemand een goec;l karak- ter heeft? (goed-genomen naar de algemeen heer- sch1.:nde maatstaf).

Zie hier het resultaat van de analyse:

Karakter is de aancenschakeling van gewoonten, als go..:d te beschouwen, wanneer het meerendeel liiervan goed is; slecht wannecr het slechte domi- n,eert. Gewoonte nu is een voortdurende opeen- volging van dezelfde daden of handelingen, ge- IJon<lcn aan bep.nlde tij den of verricht onder pe- paalde omstandigh~den. Daad of hanCieling ont- staat als gcvolg van een wil, wensch of begeerte, terwijl gten wil, wensch of begeerte tot aanzijn wordt geroepcn, als men niet van tevoren een ge- daclite of cen serie van gedachten heeft gekoesterd.

Geen daad wor'dt J:>egaan, zonder vooraf in ge- dachte te zijn gedaan. Als ik het wel heb; b'estaat er ecn psychischc wet, die Iuldt, clat:

I e. Jedere gedachte' steeds tracht zich te mani- festeeren.

2c. Iedere gcdachte steeds de nciging heeft om

onder dezelfde omstandigheden terug te kee- ren ( geclachten associatie).

V crder zij opgenh:rkt, dat het karakter ons eenig

1 nvervrcemdbaar kapitaal vormt. Het is he t wa- pen, dat \\'c hanteeren moeten in onzen strijd om lld bt:staan. Geen bcter schild om de harde slagen van het kven tc wccrsiaan, dan het .Pezit van l:arakter.

Kat akter worC.!t instinctief gehoorzaama '.door icder schc:pscl. Karakter heerscllt. Doch om tot zoo ver tc komen, moet men i11 de allereerste plaats bcginnen, zijn ge'dachten Iangs de juiste · banen fc Jeiden, voortdurend en intensief.

Oegrond op het _oovenstaancle kan ik me dus lliet vereenigen met de meening van sommigen, aat ,,dasar" steeds de zege behctalt in aen kamp tegen ,.adjar". Laten we het woord 'dasar *) ee·ns nader bekijken. E\•enals waiaq zou men aasar kunnen vcrtalc11 met karakter. Maar beide begrippen drukken toch niet precies hetzelfde uit. Dasar is ivataq, waarin besloten ligt het .aangeboren zijn

\'an bcpaalcle karaktertrek1mJ. Uitrocpen als: ,,Jen ti<1sare pantjen ala, keprije ll'~111eh", geven maar

;.! te zcer te kennen, dat er niet weinig personen ziJn, die aasar beschouwl'll als iets onverbeterlijks.

•). Alic cursicvecringPn zijn \nu on9. Red.

(3)

En toch is het een voldongen feit, ilat niets onver- an.derlij k is, slechts de wetten 'der veranaeringen ver:mderen niet". Dasar i s te verbeteren omdat 'dasar, in zich hou-dende karakter met aangeoore ' neigingen, op te vattcn is als resultante van onze

,

goedc en slechte gewoonten, welke we er op na ho11den in den tijd v66r onze geboorte ... . Ik zie, dat ik haast zonder het tc \Villen, beland llc:>n op een uiterst glibberig philosophisch tcrrein 11.1. de kwf'stie van het bestaan van reincarnaties.

l~eden waarom ik mij bescheidenlijk terugtrek en er het zwijgen aan toe doe. In clit opzicht denkc ieder voor 2ich, wat 'm goeddunkt.

Met punt III zal ik kort zijn en we! door op een andere manier en met in.'.lcht neming van hetgeen in I en II is gezegd, Napoleon's wooraen weer te geven:

,,Op oogenblikken, waarop 'de ornstandigheden van zoo'danigen aard zijn, oat volgens menschelijke lierekening, dour bepaalde 'da'den, l:ielangrijke ge- volgen in gunstigen 'Zin, teweeggebracht zullen kunnen worden, te toonen, moed en kracht te be- zitten, om zonder aarzeling te hand el en, zooals de omstandighe"i.kn het eischen; daarin kent men lief ,,groofe karakter".

NJAKRADJA.

STEMMINGEN!

Er zijn oogenblikken, waarop men ie!s te schrij-

\'en hecft, over datgene wat \'Oorbij is en tocli nog

~te-t'.ds \"Oortduurt, over iets <lat tt:rugkcert uit 't

•erleden, dat hem verheugt of bcdroeft. En wat hdcekent deze nvond voor rnij. deze nacht, stil in mijn kamer, met mii' n bo~ken miJ. n oedachten b '

!lier omfor 't schemerend licht? En buiten, 't killc,

1 g~nachtige, koude weer!

Jong-Java!

Aan U denk ik, dezen keer, aan U, en aan onze afd. aan de alg. verg. van 5 Febrnari en cl~ dingen die voorafgingen, daarnaast de gevolgen van uien dag, en 't stemt m.: bliJde en moede tegelijk, die d g in ·t h:ven van on-ze :ifd. te moeten zien voor- bijgaan.

5 Fehruari.

Buitenzorg, 't congres, art. 18 en 9, de bestuurs-

H1 ki zing! Ziedaar, 4 dingen, genoeg om je een slap oze nacht te bezorgen.

jziging art. J 8 en 9 verworpen ! Zelf gezeten_

n "der steclen in "Je Oost-hoek, onwetend van er in Semarang omging, was clat bericht een

W<>1-»P1~t i i \ rstander ben van t artikel, neen kenn nc.le het wezen van onze afd heb ik nie-t anders dan te verwachten dat g Rl(l lijk d<Jg n zou moeten strijden.

H t olo 't princip van 't voorstt:!

g n m n, heeft Jong-Java niet bewezen door 't aanhangen van de eenheidsgedachte, de geest van 'den tijd te hebben verstaan, heeft ze niet de eerste stem geuit om 't interinsulaire natio- nale kleed aan te trekken, heeft ze niet laten voelen (lat haar ruimte te nauw be-gint te W<?rden? En nu, Jong-Java kent Bogor niet, en ze wil haar niet kennen, lugisch gevolg, men heeft 'de wijziging van 't voorstel verkeerd begrepen ... en verwor-

\\'Orpen, alles, tot 't laatste puntje toe. Waaraan dit te wijten is, dat doet hi€r niets ter zake, eer.

feit is: de wijziging is verworpen.

Een gevolg daarvan: Nooit heo ik de grondsla- gen van een af d. zien sidderen als die van Bogor op 5 Februari, nooit heb ik een afd. op zulk een bedenkelijk kantje zien staan, doch 'dien "dag heeft mij ids anders Jeeren zien, de edele taak van onze vereeniging. jong-Java ge!iefd moe·cler onzer jeugd, ge hebt voor de zoove-elste maal uw plicht vol-' bracht, voor de zooveelste maal hebt ge getoon'd een goede leerschool te zijn, maar met uw kennis, met uw kracht en macht hebt ge niet gewild eenige van uw zonen de gel€genheid te openen, daigene te geven wat ze noodig hebben, 'de innerlijke orang om een trapje hoog.er te mogen dienen om de goe- de 'Zaak, en ge hebt hem moeten verliezen, hen moeten vertrouwen aan een ander, die hen verder zal leiden in "de leerschool van de maatschappij.

Och, IJestaat er eigenlijk verschil tusschen 't le- ven van een aier een mensch een staat, een ver- eeniging? Ook afd. Bogar heeft gekend de barens- weeen, die 'de geboorte van ·een nieuw wereldburger voorafgaan, heeft gekend 't gevoel eener moeder bij 't afscheid harer wnen: 5 Februari. Jong-Java, trotsch moet ge zij n dat te rnoeten offeren, is 'dat nict uw ·doe!, uw ideaal, hebt ge uw zonen niet geleer"d zelfsta1idig te Iaten werken, en denken en handelen? Het ouderlijk huis is te eng, ze voelen zich te oenauwd, u willen ruimte hebben, zich

;;rijer 15ewegen, welaan, Iaat hen c.lan veraer strij- aen de voorste gelederen te veroveren, hun tijd is gekomen.

Kent men de sporten van de ladder niet?

Jong-Java in 'dit opzicht l:ieschouwd is niet met 'den tijd meegegaan~ doch het blijft ook niet achter, Jong-Java is en blijft zooals ze is: terechtgenoemd, de vocdstermoeder van de jeug·d, die 'de taak op zich heeft genomen: het voorzien van aanstaan'de lt'iders in 'de geschiedenis onzer Bewcging.

Jong-Java is achteruitgegaan, qualitatief en quantitatief. Jong-Java is vooruitgegaan. Daar, twee tegenstrijclige meeningen op 5 Feoruari. Hm, 1en is slecht gehumeura dien dag, de questie zit 'een hierin: door welke prif men 'de veranaeringen

~·an den tijd beschouwt. Hoe 111 er jnre11 Jong-Java tl.'it, hoe nh:er daden men van !war dscht, da'uen die toonen de voortU11cendc voo1 uitgang1 hct z.g.

, met den tijd meegaan".• Waar wil men eigenlijk naar toe, met deze soort van rekcnkundige of meetkttndige reeks van vooruitgang, zou aan 't cind van dczen weg Jong··Java te dragen zijn door Jccrlingcn, waarvan 't gros niet ottdcr is dan 18-21 jaar? Zou Jong-Java clan zich doodbloedcn, zich zelf vergiftigen? En ge hebt nog veel te doen en tc verbeteren in uw eigen geledercn, in uw eigen binnenste. Best, men zou ku11nen overgaan tot het algemeen begeerde, iets nieuws en opnieuw begin- ncn, dan wonit er weer geweldig veel getheori- seenl, dan wordt er weer gcstcmd om principes, dan zitten we 01ns weer te kw.-:llen met de uitvoe- ring, zie, en er kraakt en knarst nog in de funda- menten van uw ideaa! gebottw. Men verwaarloost 't kleine terwille van 't groote, en aan "dit kleine kornt later 't voorrecht om 't groote te besturen.

Een groote vraagteeken achter deze zin, en de tijd zal ons antwoorden. Bet groote d.w.z. het ideale, het oneinuige ! Dt1rft de realiteit te zien, wat cle prac1ij k ons h(;eft getoond: het moeten aftreden 'an dt.! bcstuursrafel, l1et :zich niet beschikbaar s1ellen om gecandidecrd tc worden, hd zich tevre- dcn stellen, met een minder gi:;schikte etc. etc. zie- daar ecn soort bewijs dat men van ons, naa~t 'de dschen van de school -0.a. 't icleale niet kan eischen.

Durft te trotseeren te moetcn aanhooren dat J.J.

niet met den tijd is 1wegec:aan, doch verzekert uw overtuiging clat J0ng-java naast den tijd is gegaan en volkornen de ge-:st rnn den tijd verstaat, en verlaat h:i~r dan p;is met de ovcrtuiging, dat ge een stapjc vcrder moet en onze jeugdvereeniging 7al blijven -zooals ze is, altijd, een kweekbed voor de velc onzer aanstaande steunpilaren van onze samenleving ... .

fan ding is 't cchter dat ik nict begrijp op di-..~n

tcwu:--' n dag. een ding, wanraan ik nooit heb ge- twijfdd, een factor noodig ter verwczenlijking onze1 id~alen. f\\oet men in onze gelederen dan nog \'lrdraagzaamheid propngeeren, het is net

::lso f de geschiede11is ons niets heeft geleerd, net alsof de recent~ gebeurteuissen ons de oogen niet l1ebbe11 geopend. lk begrijp 't niet ... en toch

Onze afd. op 't dooue punt!

En op tkzen avond zie ik weer die vergadering, zie ik de loop van die Jagen: op zoek naar een voorzitler! Alsof 't bestuur Jang van te voren 't niLt heeft gedaan! Hoe zwaar is 't cen afd, zoo

ti: zien strijden, ~n teikens en telkens weer ver- schenen voor mij n oog.en, gedurende die dagen van stilstancl( !) cle twee piichten die mij op de schou- ders zijn gelegd, als mensch en als vadcrlander, en nooit te voren ziJn ze me zoo duidelijk voor oogen gew.eest. De strijd om 't bcstaan en eens te mogen dienen voor cle alg. zaak. Ik weet, dat d(;ze twee plichten op dk mensch rusten, ik weet ook, de strij d, de worstelingen van de afd. en de mogelijke gevolgen, doch na Jang wikken en wegen heeft de hand mijner keuze op een weigering ge- legd en ik ben j.j. dankbaar voor wat ze me in dezen tijd heeft doen bew11st worden: tnijn eerste plicht, hoe zwaar 't ook geweest is dit te moeten kiezen. Het offer van de huidige praeses heeft me ~oen opleven, heeft een einde gemaakt aan den strijd- Mijnheer de Voorzitter, denkende aan

uw bereidwilligheid, wetende de omstandigheir' en tie redene·n, die U spontaan dit offer hebben doen brengen, ondanks de taak reeds die u hcbt moeten vervullen, begrijp ik de grootheid van uw offer, sterkt 't mij in mijn overtuiging dat onze jeugc}- vereeniging 't grootste dee! van ons karakter heeft gevormd. Jong is uw bestuur en zwaar uw werk doch zeker zijnde van de geestdrift en bereidwil~

ligheid van uw medebestuursleden, leggen we met gerust gcweten de Jeiding _van deze afd. in uw han- d en. En wij danken U en de Uwen meneer de Voorzitter.·- Gecerd nieuw bestuur, 'ziet:

Toen voor ons 'de tijd is gekomen te moeten voelen <lat we zelf moeten !even, toen ontstond er min of mecr een strif <.Hust in ons binnenste, te strij- den voor onzc idealen. Dan doen we de eerste

;;tap, de tweede, de clerde en overtuigd zijnde van

't schoone streven we verder, dan bleek 't soms dat de verwachtingen te hoog waren, onclanks de grootste omzichtigheid. Op zulkc tijden is 't alsof de· feiten ons benauwen en k-rijgen de gedachten

~.oms geen houvast meer, we behoeven steun dan hebben we iemand nooclig, die we ten voile k~nnen vertrouwen, een straal die ons uit de duisternis kan

..._ __

NtRd._.--S~~~

DRIJSVRAAG : I I I

Het Hoofdbestuur looft een pnJS uit voor het rnaken van een vereem-

I

gingslied, dat aan de volgcnde eischen moet voldoen:

a. het lied zij gevoelvol en van nationaal karakter -

I

b. de tekst rnoet zooveel moge]ijk Maleisch zijn en de rnelodie Oostersch.

Inzendingen moeten uiterlijk v66r den I en November 1928 in handen van

I

het Hoofdbestuur .zijn.

I .

Het Hoofdbestuur

I

~~~~~~~~"""'~ .. .,. ... ..,~~---..~-

heb ik 't gezien en nog is dat niet te ge-Iooven.

Te kort aan zeifbtheersching misschien, dat weet ilr niet, alleien ik verwacht 't anders ... ".!..: ••••••••

Bestuursi•erkiezing.

Men opene de oogen en trekke leering uit wat Bogor heeft beleefJ. 5 Februari, di.en dag stelt 11iemand zich beschikbaar om de voonittershamer te hanteer·cn.

Het klinkt gek in dezen tij d !

Onze afd. op 't doode punt! Kan men dat zich indenken in dezen tijcl van glotiend enthousiasrne,

\'an warmc geestdrift bij bevrediging van eigen behc.efte, waarop 't vuur der jaren van de jeugd voor de belangstelling in vereenigings-zaken 't top- punt zou moeten bereiken? Waar blijft 't eigen tewust initiatief der !eden? Is clat hetzelfde Bui- tenzorg, zooals ze getoond heeft op de laatste con- gressen en an·dere plaatsen et1 tij den? Wat een andere gedaant.e! Ja, de tijden zijn gek!

Ik weet niet hoe de indruk moest zijn van de beide heeren van 't H.B. geclurende hun verblijf hier terstede en ik weet ook niet hoe die van den Bondspraeses is, ik wect alleen, men heeft te ver gczocht, de redcn van dcz~ ,,bestuurscrisis". Men heeft gezocht ·een verband hiervan met 'de gevolgen van het laatste congres (verwerping art. 18 en 9, c.ic fusiegedachte, 't ontstaan van P. I.), doch wij, die in 't bestuur hebb~n gezeten, weten dat de wet- tcn van Karma zich hier hebben doen gelden, 'dat dit 't gevolg is van: onze dgen fouten: ,,Jong-Java verwaarloost 't fundament van haar gebouw, de geest der jongeren en denkt steeds stappen te doen de bovenbouw te vcrzwaren". En 't heeft een twij-:

fel in rnij doen oprijzen omtrent de toekornst en 't welzijn van onzc jeugclvereeniging, dez,c wanver- houding.

,,Jong~ Java, wees oprecht jegens u zelf, .en open- hartig tegen uw vijand, wilt gij uw overwinning niet 1rn;t uw el gen onclerga11g 15ereiken ! Zorg voor uw voeding verzeker u van de kracht van uw lichaam en 'de overwinning zal behaald wor"den, rustig, kalm, met metr zelfvcrtrouwen voor de toekomst''.

I

bevrijden. Dan is 't, soms onverwachts, voorbij en we stappen verder en zien duidelijk voor ons den

l weg die naar ons doe! leidt, en dan komt weer de twijfel als we iernand ontmoeten, die beter en wijz·er kan redeneeren . . . dan worden we soms daardoor meegesleurd, tegentribbelen, niet met zich zelf tevreden en toch hoog houdend onze idealen, niet erkennende dat ons streven weleens in een wanklank eindigt. Op zulke oogenblikken voelen we de overmachtige tegenwerking, 'doch gc- staald wordt onze wil, en al zoekende en strevende hebben we nog de hoop behouden, het verlangae E:indpunt te bereiken. Dan voelen we ons eenzaam in onze kamer en zijn we genoodzaakt te denken, te denken en zien we voor ons geestes oog voor.Oij- :mellen alle gebeurtenissen, alle moeilijkhe'den m fouten; we zoeken in 't verleden en zien dan pas een dee! van onszelf. Dit besef van 't meegemaakte hceft ons de zelfkennis leeren kennen. En dan voelen we ons sterker, krachtiger en voorzichtiger voor een volgende strijd.

Dit is 'de waarde van onze jeug'dorganisatie als opvoedings ,,gesticht", als voorbereidende afd. van 't !even, dat wij ons !even moeten oplossen in deze jcugdbeweging, ,en langs dezen weg heeft men ons bewezen: de eenheid van cl en ken en voelen ... . en we danken.

SOEGIHARTO.

DE MACHT DER MILLIOEN~N.

Onder millioenen woidt hier verstaan 't Ge.Id, 'dat bij 'de vooruitgang en welvaart van een volk een zeer voorname rol speelt. Een rij ke natie is een machtige natie! De bloei van cen staat hangt echter niet uitsluitend, af van 'den rijkaom van 't land maar ook van 't volk zelf.

'

Mrn is soms gcm~igtl 0111 te dcnkcn, 'dat Jav.!t nict in staat i om cen ma htig lnnd tc word n, omJat ons cilan'd klein is; 't tiezit {~C'cn goud, ijzer, stecnkooJ (uitgczonderd (Int ,\,dnigc, tlat in de buurt van Tjibeo geexploitecrd wordl) cnz. Hoe knn Java b. v. de U.S.A., 't Land van de DollarSi>

in macht en rijkl.lom evenaren! \Vcinn{'Cr 111en daar- naar strceft, blijft oat bij poging. Hm ! Wat een bijteml sarcasme. Syrie was en is ccn arm land en toch waren de Phoeniciers machtigcr dan of even machtig als grootc, vruchtoarc Ianaen van Europa. Vele staten siddcrdcn bij den toorn va11 de Phoeniciers. Niet ali'cen op 't gcbicd van oorlog ware111 dcze sterk maar ook !um beschaving en wetenschapRen stonden vroeger I·ooger fan b.v. in Engeland. Wanneer een natie rijk is, volgt Clever- standelijke orutwikkeling van zelf. Bedenk hoeveel Zonen van ons Java genoodzaakt zij n om hun stu- die vaarwel te zeggcn, omdat er geen geld is voor hun verdere studie, met 't gevolg, 'c.lat 't aantal Javaansche Mr's, Ir's, Jandbouwconsulenten, (!fc.

maar uiterst langzaam toeneemt. En Cle Phoenlcieri waren toen rijk en we! door hun gebreiden wereld- handel. Hun steden Sido11 en Tyrus zonden htm handelsschepen naar Kl.-Azi~, Egypte, ltalie, Enge- land, de Oostzeelanden, enz.

Geweldige vloten prachtige geoouwen, reus- achtige havenwerken 'Zijn door geld te verkrijgen.

Geld ·regeert de wereld en weet over al toegang te verkrijgen. Java zal schitteren, indic.n velen van ons ,,Croesussen" zijn. Gceft uw Vaderland Cle middelen, waarmee hij een plaats naast die: der tegcnwoordige groote m05endl1~den zal veroveren.

Java is een vruchtbaarland, maar 'de Javaansche b1dbouw heeft nog niet aan on.zc vcrwachtingen beautwoord. Rijst van buite11 moet elk jaar hier aangcvoerd worden, wil de veertig millioen bcvol- king voldoendc eten krijgcn, daar 't .,Rijstland"

zelf niet voldoende proJuc .... c, t. Volg'11s mijn land- bouwleeraar ver.tegemvoordi~t de aangcvt>crd•

rijst ccn bedrag van eveiltj~s

J'

100.000.000, "dat wij niet bchocven te b~ta~ '!!, imli, 1 tk tcgcnwoor- clige rijstprocluctie gemidclelcl met 5 pico! per bouw word! verhoogu. Verbetering in 'den !andbomv is dus nc.odzakelijk evenals in alles wat octrdt onzen economischen toestand.

Om tot dit doe! tc gcraken moeten wij in da C;crste plaats geschoolde \'akmenschen z.a. Jan"clbou- wers etc. hebben, 'die met hun op de sc1100Jbank'n vergaard~ kennis rneer tactischer en economischer te werk zouden kunnen gaan dan onze tegenwoor- dige primitieve werklieclen.

Het beste zou dan zijn dat kinderen van vak- i!lenschen school toe gaan, maar dan na afloop van hun1 studie weer tot hun vak terugkeeren. Dit laatste nog extra vermeld, in vcrbancl toch met 't teit, clat vele kinderen van vaklieden, wanneer ze b.v. de H.I.S. enz. hebben cloorloope11 te trotsch zijn

om b.v. weer lat~dbouwer te wordc:.n en lievcr ma.- gang worden i/h een of ander kantoor. Daardoor misschien worden vele vakmenschen afgeschrikt, om hun kinderen school te laten gaan,_

En van den anderen ·kant moetcn wij ouders, wier leus is ,,Prijaji worden, 't koste wat 't wilde" over- tuigen, dat de ,,ajaman'' nu anders en dat nu de roep is: ,,Beroepskeuze zooveel mogelijk duor de persoon zelf".

De rij kdom van vele Ian den is te danken aan hun handel en inclustrie. Onze voorouders waren machtige: handelslui, in tegen.stelling met hun na- komelingen in de 20ste eeuw. Tegenvioc-rdig zid men den handel en industrie dl:'r vre·emdelingen bl0eien op Java, terwijl die van ons zelf een kwij- nena bestaan leiden. Om den Javaanschen handel tege111 algeheelen ondergang te behoeden, moet ieder dubbel zijn best doen. Ham.lclskcnnis en ka9itaal moeten door ons verworven worden. Het ,,moet-altij d-prijaji-worden-systeem" moet tegen- gegaan worden. De verlangde handelskennis kun- nen de handelsscholen ons vet'schnffen. Maar hoe komen we aan kapitaal? Om 'dit tc krijgen, moet men zuinig !even en spaarzaam zijn. Uw Vadcrland verlangt dat U 'clat doen zult. Elk rechtgeaard

\T aderlander helpt onzen handel en industrie, Cloor zooveel mogelij k din gen te gebruiken, aie Cloor ons ;:elf zijn gemaakt, en door zijn benoo"digdheden alle-en in Javaanschc toko's te koopen, voor zoover ze daar te krijgen zijn. Sommige ,,jongeheercn"

voelen zich te voornaam om b.v. lucifcrs te koopen ia een Javaansche warong. Ze gaan liever ,.vreem- de toko's" binnen, die veel aardiger zijn Clan' de onze.

Maar van 'den kant cler fabrikanten, enz. mJ~t

ook hard geV{erkt wortL1n. Ze- moeten llUn beat lloen om goeae din,.,cn te produce-;ren. Dan p•s kunnen we met een gerust hart 'Zeggen, dat d-!

millioenen ons niet ontsnappen zullen.

.,.7-ooda11ig, 'daf'.

Ilierop ho pen \'.'c nacler tet llg te komen.

COM REMA.

SEROEAN.

Bahwasanja tebh m.ndjadi keoentocngnn kita pemoeda-pemocda beloe!l' bertoendo'ek kepacin hal ketinggalan dari pada zaman dahoeloe kala.

Dari sebah itoe kita dapat mendjadi pemeran oentoek kenistjajaan dan kebenarnn Jan~ koeat.

Maka Iama-kelamaan me:ncljadi t ·n11w sekali1

(4)
(5)
(6)

Referensi

Dokumen terkait

Hoe deze weg er uit zal zien in den West- moesson als hij niet spoedig opgeknapt wordt, kan men zich gemakkelijk voorstellen, Op grond van daze redenen spreek ik hier 't vertrouwen

eene V Cllll{wtscil::"l' is gevormd om die faprieken te 'colttinueren I ell' be$.tellers· eVt'uals vroeger' ,er met zckel'lwid op kUllncli .rekenen" dat, alle bestel1illgell ]ll'01npt