• Tidak ada hasil yang ditemukan

Belangrijk is alleen, dat men in Staat moet zijn, ze voor dat ngen

Dalam dokumen H ET FASCISME EN DE NIEUWE VRIJHEID (Halaman 187-190)

. . an derS

kleiner

voelt, omdat

hij duizend kleinigheden,

waaraan 11

¿oor

collectieve krachten, h eft de grote collectieve machten in de maat- schappij niet op, m aar h et tempert ze#, het beperkt ze en tegelijkertijd zorgt h et er voor, dat het collectivisme lenig blijft, zieh vernieùwt en daardoor steviger wordt.

Niet de aanwezigheid van een grote collectivistische sfeer is verwer- pelijk, d o ch de afw ezigheid van een Individualistische sfeer. Waar het collectivism e in de individualistsche sfeer binnendringt en deze probeert te vullen, is h et zo eerbiedwaardig als een kankergezwel, en daar is tijdige en radicale vernietiging nodig.

En nu kan m en zeggen dat het collectivisme altijd de strekking heeft de gehele m aatschappij te vullen, totalitair te worden. Dat is zo; de im perialistische of dynamische strekkingen van het collectieve, bedreigen de m aatschappij met een totalitarisme. Maar ook het individualism e h eeft soortgelijke strekkingen die de maatschappij m et verbrokkeling, chaos en anarchie bedreigen. Dat wil dus zeggen dat de m aatschappij nooit een blijvend evenwicht kent, nooit in rust is, zolang die beide krachten aanwezig zijn — en als er slechts één van de twee aanwezig is, dan verkeert ze in doodsgevaar. De maat­

schappij is op haar best, als beide krachten werken, en, in hun weder- zijdse beïnvloeding, voor een voortdurend herstel van het evenwicht zorgen. M aar de bepaling van de voorwaarden waaraari dit evenwicht m oet voldoen, kan alleen in de sfeer van het individualisme geschie­

d en , om dat alleen van uit die sfeer de bewuste leiding van de maat­

schappij kan kom en. Wij zeggen opzettelijk „de sfeer van het indivi­

dualism e” , daarmee bedoelend de vrije groeperingen op cultureel en politiek gebied, om dat niet de minste waarde valt toe te kennen aan

„Volksuitspraken” , die plaats vinden als de individualistische werk- zaam heid onm ogelijk is gemaakt of ernstig wordt belemmerd. De uitspraken van een „plébiscitaire démocratie” of van een „totalitaire”

of „collectivistische” democratie op politiek gebied, hebben evenmin enige betekenis, als de uitspraken van congressen, corporaties en andere dwang-organisaties van geleerden en kunstenaars in de totalitaire landen. Zodra de individualistische werkzaamheid is opgeheven, w ordt de gehele maatschappij, de gehele cultuur, statisch en dus stagnerend. Het enige „dynamische” dat gedurende een zekere tijd nog b lijft bestaan, is het binnendringen van het collectivisme in de restanten van de individualistische sfeer, die stelselmatig vernie- tigd worden, totdat de volkomen „gelijkschakeling” is ingetreden.

Men kan deze dynamiek van het fascisme, dit streven naar het totalitaire, zien als een uiting van het ressentiment van de massa- mens, van de collectivistische massa’s, ten aanzien van de schep- pende persoonlijkheden, van de werkelijke intellectuelen, de ,maat- schappelijke élite. Doqh een belangrijk voorbehoud moet hier gemaakt

189

worden. Immers de leiding van de collectivistische opstand tegen de cultuur, gaat niet van de massa’s uit, die bereid zijn leiding te aan- vaarden in alle richtingen, doch van individualiteiten, die op hun manier cultuur-mensen zijn en die ongetwijfeld in de stellige over- tuiging verkeren dat zij een nieuwe culturele beweging, een culturele revolutie zelfs, aanvoeren. Tegen de anarchie en de atom isering der maatschappij, menen zij het gem eenschaps-ideaal te vertegenwoor- digen, om zo de cultuur te redden. Dat ze deze „reddin g” voltrekken op een wijze die de ondergang van elke cultuur tengevolge moet hebben, bewijst dat hun inzichten in alle opzichten onjuist zijn, wat niet te verwonderen is, als wij ons herinneren dat zij uitgaan van een mythologische opvatting der cultuur. Het bewijst ook, dat de gees- telijke leiders der fascistische beweging, ofschoon ongetwijfeld

„persoonlijkheden” , geen grote figuren zijn, geen werkelijk schep- pende geesten. Want men kan nog zo op de collectivistische mythe verliefd zijn, als men een persoonlijkheid van form aat is, zal men, bijna instinctmatig, altijd nog ruimte openhouden voor de werking van de individuen, voor de tegenwerking dus, zonder welke het collec­

tivisme doodloopt. We zien dat onder de socialisten bij Marx, bij Rosa Luxemburg en zelfs bij een toch veel minder genuanceerde en veel fanatieker figuur als Lenin. We zien het in de Katholieke Kerk bij alle grote Pausen, kerkleraren en ordestichters, zelfs bij den man die het meest in de roep staat een collectiviteit te hebben gesticht, waar- aan de individuen volkomen ondergeschikt zijn, bij Loyola, en we zien het daar, zo als bij onderzoek blijkt, in grote mate.

Maar, afgezien van het fascisme, blijkt uit dit alles, hoe het even- wicht tussen de collectivistische en de individualistische sfeer in de maatschappij, telkens weer, tot stand komt, juist in een „vrije” m aat­

schappij. Het blijkt dan, dat er altijd Weer Individualisten zijn, die zieh opwerpen als verdedigers van het collectivisme, en die, in hun drang naar „gemeenschap” en „geslotenheid” , de „uitwassen van het individualisme” — zoals ze dat dan zien, en zoals ze ook vaak aan- wezig zijn — bestrijden.

Als uitwassen van het individualisme kan men immers iedere ver- waarlozing van de belangen der massa beschouwen, iedere toestand die de millioenen tussen de armoede der werk-slavernij en de ver- paupering der werkloosheid bekneld houdt, iedere glorie van een kleine groep die kennelijk verkregen is door het uitbuiten van de massa.

Vooral als bij onderzoek blijkt, dat die kleine groep alles-behalve een culturele élite is, noch een economisch-technische élite, doch dat het winst-motief er oppermachtig is, en dat de denkers, kunstenaars,

politici, Organisatoren zieh bewust, gedwongen, o f onbewust, naar het winst-m otief richten, dan verenigt zieh afkeer van deze heersers

° met deernis met de onderdrukten, dan ontstaat de overtuiging' dat de heersende groepen alleen maar waard zijn om vernietigd te worden, en dat het maatschappelijk evenwicht slechts mogelijk is als er een volkomen „gelijkheid” tot stand kan worden gebracht, als de gemeen- schap voorgoed belet, dat individuen hun bijzondere gaven gebruiken om anderen aan zieh ondergeschikt te maken.

Tegelijkertijd zijn deze verheerlijkers van een collectivistische wereld

Dalam dokumen H ET FASCISME EN DE NIEUWE VRIJHEID (Halaman 187-190)

Dokumen terkait