De overdracht van bevoegdheden vindt plaats bij schriftelijke overeenkomst en vereist de goedkeuring van de bredere commissie van de klassieke vergadering. 1 In het rijksledenregister zijn persoonsgegevens opgenomen, evenals gegevens van (districts)gemeenten en kerkelijke afdelingen.
Verhuizing en overschrijving
3 De gemeenten kunnen - naast de in het vorige lid bedoelde maandelijks te ontvangen mutaties - op verzoek gebruik maken van de dienstverlening van de verwerker van het landelijke leden- register voor het opzetten en onderhouden van lokale registers dan wel ten behoeve van het gebruik van de gegevens van deze registers. 5 De in lid 3 bedoelde dienstverlening vindt plaats voor rekening van de desbetreffende ge- meente, tegen tarieven die de kosten van deze dienstverlening dekken, welke tarieven jaarlijks door of vanwege de generale synode worden vastgesteld.
De uitvoering van de landelijke ledenregistratie
Het register van evangelisch-lutherse leden
Kerken wier leden voor het gastlidmaatschap in aanmerking komen
Nadere voorwaarden
Wijze van aanvragen
Het gastlidmaatschap kan alleen worden verleend aan personen als bedoeld in de artikelen 1 en 2 die hun vaste verblijfplaats buiten het grondgebied van de gemeente hebben, indien het bevoegde orgaan van de eigen kerk daarmee instemt.
De toelating tot het gastlidmaatschap
Doopleden en belijdende leden
Rechten van gastleden
Overleg met de eigen kerk van gastleden 1. Gastleden blijven lid van hun eigen kerk
Vereiste opleiding
Erkende instellingen
Register
Benoeming
Rechtspositie
Beroepscode en gedragsregels
Kerkelijk werkers in gemeenten in bijzondere omstandigheden
De in lid 1 genoemde bevoegdheid kan worden toegekend aan een kerkelijk werker die in een instelling werkt, indien er geen predikant aan de instelling verbonden is en het lastig is een predikant te laten presideren, een en ander ter beoordeling van het brede kader van de instelling. klassieke bijeenkomst. De kerkelijk werker aan wie het gezag bedoeld in dit artikel wordt toevertrouwd, krijgt leiding van een predikant die is aangewezen door de brede moderamen van de klassieke gemeente.
De kerkelijk werker met bijzondere opdracht
De bevoegdheid bedoeld in het eerste en derde lid wordt verleend voor een periode van vier jaar en kan vervolgens op verzoek van de kerkenraad door de brede moderatoren van de klassieke vergadering met vier jaar worden verlengd, indien de gemeente tenminste nog in andere speciale omstandigheden.
Overige bepalingen
Wijziging van de regeling
Begripsbepalingen
Algemeen
Beheercommissie
Het bestuur legt de begroting, inclusief de toewijzingsheffing, bedoeld in artikel 6, en de jaarrekening van het Centraal Fonds ter goedkeuring voor aan de kleine synode. Het bestuur laat de haar opgedragen werkzaamheden voorbereiden en uitvoeren door het daartoe aangewezen onderdeel van de serviceorganisatie, dat tevens verantwoordelijk is voor de publicatie van en voorlichting over de regeling.
Georganiseerd overleg predikanten
Er kunnen alleen besluiten worden genomen als een meerderheid van elke delegatie het voorstel aanvaardt. Het aangewezen deel van de serviceorganisatie is verantwoordelijk voor de publicatie en voorlichting over de door het georganiseerde overleg vastgestelde uitvoeringsbepalingen.
Bepalingen rond het traktement
Het georganiseerde overleg komt bijeen (a) indien de voorzitter dit noodzakelijk acht; . B. indien één van de delegaties daarom verzoekt, met opgave van de redenen. Als een van de delegaties erom vraagt, worden de beraadslagingen opgeschort voor verder overleg met de kerk of met de predikanten.
Uitbetaling
De kerkenraad zal het bestuurscomité schriftelijk op de hoogte stellen van alle wijzigingen in de functie van de predikant die van invloed zijn op het salaris. Het bestuur stelt de pensioenverzekeraar en de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar schriftelijk op de hoogte van de wijzigingen die hen betreffen.
Pensioenvoorziening
De predikant is verplicht de kerkenraad schriftelijk op de hoogte te stellen van wijzigingen die van invloed zijn op het salaris of de onkostenvergoeding. Bij niet-nakoming van deze verplichting is de predikant verplicht het teveel betaalde terug te betalen.
Wachtgeld
Bij schorsing voor onbepaalde tijd als bedoeld in bestuursbesluit 10-9-7, letter d, en bij ontslag als bedoeld in bestuursbesluit 10-9-7, lid toezicht op de toekenning aan de betrokken (ex-)priester van een ontslagvergoeding van maximaal zes maanden. Indien de gemeente waaraan de (ex-)priester verbonden is of was, verantwoordelijk is voor een deel van de kosten van de ontslagvergoedingsregeling, incasseert het bestuurscomité dit bij de gemeente.
Verhaalsrecht
Een aanvraag voor een ontslagvergoeding wordt door een (voormalig) priester ingediend bij het bestuurscomité volgens de daartoe vastgestelde regels. Wijzigingen in verplichtingen gelden, voor zover mogelijk, ook voor degenen die op het moment van de wijziging al een uitkering ontvangen.
Beroepscode en gedragsregels
Het directiecomité legt de re-integratieverplichtingen in het arbeidsproces voor ontslagvergoedingen vast in een protocol.
Woon- en werkruimte
Indien de predikant de ter beschikking gestelde woonruimte niet bewoont, zorgt de kerkenraad voor passende werkruimte binnen de stadsgrenzen. In dit geval eindigt de verplichting van de gemeente om een werkruimte ter beschikking te stellen op de dag dat de predikant zich gaat vestigen in de woning die de predikant zelf ter beschikking stelt.
Begeleiding bij ziekte
Afspraken tussen de kerkenraad en de predikant over woon- en werkruimte. worden schriftelijk vastgelegd en ondertekend door de predikant, de voorzitter en secretaris van de kerkenraad, en de voorzitter en secretaris van de kerkenraad. Nabestaanden van de overleden predikant die op de dag van overlijden in het aangeboden appartement woonden, hebben het recht om in het appartement te verblijven gedurende de maand van overlijden en vijf maanden daarna.
Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
In het geval dat a) de predikant binnen een jaar aftreedt of b) het algemeen bestuur voor ontslag of – in beroep – het algemeen bestuur voor de behandeling van bezwaren en geschillen een datum heeft vastgesteld waarop de predikant van de communiteit wordt afgescheiden. kan de kerkenraad alleen om zwaarwegende redenen besluiten het verzoek van een predikant om buiten de gemeentegrenzen te gaan wonen of om huisvesting binnen de eigen gemeentegrenzen te verzorgen, af te wijzen. Een (voormalig) predikant die de ter beschikking gestelde woonruimte bewoont en niet meer verbonden is aan de gemeente.
Werkzaamheden van de consulent
Een predikant die wordt losgemaakt op grond van het bepaalde in ordinantie 3-26-3, heeft recht heeft de aangeboden woonruimte vanaf de dag van losmaking nog maximaal 18 maanden te bewonen. De gemeente waar de consulent werkzaam is, vergoedt aan de consulent de vervoerskos- ten en de overige onkosten die gemaakt zijn voor de uitvoering van de consulentwerkzaam- heden.
Nevenwerkzaamheden
Bezwaar
Verschil van inzicht
Deze algemene regeling zal door de kleine synode worden gewijzigd, na advies van het bestuurscomité en georganiseerd overleg.
Onvoorziene gevallen
Werkingssfeer
Georganiseerd overleg
Arbeidsvoorwaarden
Integriteit
Nevenwerkzaamheden
Geschillen
Wijziging van de regeling
Onvoorziene gevallen
Algemeen
Voorbereiding Het rooster
Verkiezing Verkiezingsprocedure
De classicale vergadering is daarbij gehouden degenen die zijn aanbevolen door een of meer kerkenraden uit de betrokken ring op de kandidatenlijst te plaatsen. In dat geval nemen deze kerkenraden niet deel aan de verkiezing van leden van de classicale vergadering door de ring(en) waarvan de betrokken gemeenten deel uitmaken.
Bezwaren
Dienstenorganisatie
Taak dienstenorganisatie
Bestuur
De generale synode benoemt, na het bestuur te hebben gehoord, de voorzitter en de secretaris van het bestuur. De schorsing eindigt als de generale synode het raadslid niet in de eerstvolgende vergadering ontslaat.
Taken van het bestuur
Het bestuur heeft het recht een lid van het bestuur te schorsen en ter ontslag aan de generale synode voor te dragen, indien hij in strijd handelt met dit algemeen reglement of met de algemene belangen van de serviceorganisatie. Wel hebben zij recht op vergoeding van de kosten gemaakt in de uitoefening van een leidinggevende functie.
Werkwijze van het bestuur
De Raad van Bestuur kan personen die geen lid zijn van de Raad van Bestuur tot de vergadering toelaten; de algemeen directeur woont de bestuursvergaderingen bij als adviseur, tenzij het bestuur anders besluit. De Raad van Bestuur beschermt tegen belangenverstrengeling tussen de belangen van de serviceorganisatie en de leden van de Raad van Bestuur en/of medewerkers.
Besluitvorming door het bestuur
Punten met een urgent karakter kunnen zelfs aan het begin van de vergadering aan de agenda worden toegevoegd, als alle aanwezigen daarmee akkoord gaan. De voorzitter leidt de vergaderingen; bij afwezigheid vervangt één van de leden hem.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging
De serviceorganisatie wordt vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris van het bestuur gezamenlijk, dan wel door door het bestuur uit zijn midden aangewezen plaatsvervangers. Het Bestuur kan – binnen de grenzen van die bevoegdheid – schriftelijke machtiging verlenen aan de algemeen directeur en/of derden om de serviceorganisatie te vertegenwoordigen.
Algemeen directeur
Het bestuur is slechts bevoegd om, na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de kleine synode, te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot koop, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de serviceorganisatie zich als borg of medeondertekenaar verbindt . de schuldenaar met geweld optreedt voor een derde of zich verplicht garanties te stellen voor een schuld van een derde.
Besturenoverleg
Beleidsplanning
Deze groepen hebben tot taak inzichten op een bepaald beleidsterrein te ont- wikkelen en verwoorden ten behoeve van de uitvoering van taken op dat betreffende beleids- terrein. Instelling en opheffing van werkgroepen en beraadsgroepen geschiedt door of vanwege het bestuur van de dienstenorganisatie.
Begroting en financiering
Deze werkgroepen bestaan uit deskundige leden van de kerk en interne deskundigen (medewerkers van de dienstenorganisatie); het bepaalde in lid 8 is daarbij van overeenkom- stige toepassing. De leden van de werk- en beraadsgroepen worden benoemd door de algemeen directeur, ge- hoord de voorzitter van de desbetreffende werk- of beraadsgroep en het hoofd van de betrok- ken afdeling.
Jaarstukken
Werkgroepen kunnen worden gebruikt om taken in de serviceorganisatie uit te voeren. Overleggroepen kunnen worden ingezet bij het uitvoeren van taken in de serviceorganisatie.
Verslag van werkzaamheden
Klachtenprocedure
In gevallen waarin deze algemene regeling niet voorziet, beslist de kleine synode op voorstel van het bestuur van de serviceorganisatie.
Begripsomschrijvingen
De zorg voor de kerkmuziek
Functieniveau kerkmuziek
Functieniveau cantoraat
Functieniveau orgel
De kerkmusicus
Bevoegdheidsverklaringen
Ongeacht het bepaalde in het vorige lid kan de bevoegdheidsverklaring ook worden overgelegd indien de musicus niet voldoet aan de gestelde opleidingseisen, maar – volgens de adviesgroep van drie schattingen bedoeld in § 8 – kerkelijk kan praktiseren. muziek op het gewenste niveau. Alvorens een besluit te nemen stelt het bestuur het aangewezen deel van de serviceorganisatie in de gelegenheid om op het bezwaar te reageren en hoort het bestuur de adviesgroep van drie personen.
Adviesgroep van Drie
Indien het gevraagde bekwaamheidsbewijs wordt geweigerd of een bekwaamheidsbewijs wordt afgegeven voor een ander functieniveau dan het aangevraagde niveau, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld, onder opgave van de redenen voor dit besluit. De aanvrager van de bevoegdheidsverklaring kan binnen twee maanden nadat het besluit schriftelijk is medegedeeld, tegen een besluit als bedoeld in het vorige lid gemotiveerd bezwaar indienen bij het bestuur van de serviceorganisatie.
De rechtspositie van de kerkmusicus
De bevoegdheidsverklaring wordt afgegeven op schriftelijk verzoek van een musicus, indien deze voldoet aan de door of namens de kleine synode daarvoor vastgestelde opleidingseisen. De beslissing van het bestuur, die tevens eindbeslissing is, wordt schriftelijk en met redenen omkleed aan de aanvrager medegedeeld.
Benoeming
Voorwaarden vervulling functie kerkmusicus
Indien een vacature kerkmusicus voor de functie van niveau I of II vervuld moet worden, roept de kerkenraad kandidaten op door middel van een advertentie, die in ieder geval in één van de organen wordt geplaatst, op basis van een organisatie van welke kerkmuzikanten. zijn leden. Zijn. Indien de kerkenraad, na bestudering van het advies van de adviescommissie, meent een van de verzoekers niet te moeten benoemen, zal een nieuwe oproep worden gedaan, waarop het bepaalde in de voorgaande leden van toepassing is.
De aanstelling
De kerkenraad wint het advies in van de commissie van advies als bedoeld in artikel 10-2, ten overstaan van welke commissie - wanneer er meer dan één bevoegde kandidaat solliciteert - een vergelijkend onderzoek wordt gehouden. Alle kandidaten ontvangen binnen tien werkdagen, nadat in de desbetreffende vacature is voorzien, bericht of zij al dan niet zijn benoemd.
De hoogte van het salaris van de kerkmusicus wordt bepaald door het aantal toegekende eenheden zoals genoemd in lid 4, vermenigvuldigd met het bedrag per eenheid zoals gedefinieerd in de betreffende uitvoeringsbepaling voor de betreffende salarisgroep en gerelateerd aan het aantal dienstjaren. van de betreffende kerkmuzikant. De kerkmusicus heeft – met inachtneming van het daarover bepaalde in artikel 16-5 van de Algemene Regeling Rechtspositie Werknemers – jaarlijks recht op een rusttijd waarvan drie aaneengesloten zondagen onbetaald.
Naleving
Zolang de kerkmusicus niet beschikt over het vereiste bekwaamheidsbewijs voor het niveau van de betreffende functie, vindt uitbetaling plaats op basis van 0 dienstjaren. De kerkmusicus (organist) is bevoegd om in overleg met het bestuur van kerkbestuurders en andere door het bestuur als zodanig erkende belangstellenden het orgel te gebruiken om les te geven, zonder schadeplichtig te zijn.
Wijziging van de regeling
Arbeidstijd, die voor een kerkmusicus wordt gerekend als arbeidstijd in een relevante functie met het vereiste diploma van beroepsopleiding. De werkgever houdt wettelijke inhoudingen in op het salaris en betaalt het vakantiegeld uit conform Algemeen Reglement 6.
De verlening van de bevoegdheid om kerkdiensten te leiden
De verplichtingen van hen die een preekconsent hebben ontvangen
Voor een kerkdienst die door betrokkene zal worden geleid, verstrekken betrokkenen desgevraagd aan de desbetreffende kerkenraad inzage in de toestemming.
Beëindiging van de bevoegdheid om kerkdiensten te leiden
Preekconsent tijdens de opleiding
Preekconsent voor hen die de opleiding tot predikant hebben gevolgd 1. Aan belijdende leden,
De schrijver van de kleine synode leert uit het brede moederframe van de klassieke vergadering waartoe de gemeente waarin de betrokkene staat ingeschreven behoort, of er bekende feiten of omstandigheden zijn waarmee de kleine synode rekening moet houden bij het nemen van de beslissing. Een toestemming verleend op grond van de bepalingen van dit artikel wordt namens de kleine synode verleend door de commissie, bedoeld in artikel 1-2.
Algemeen
Op verlenging zijn de bepalingen van dit artikel – met uitzondering van de bekentenis- en gedragsverklaring – van overeenkomstige toepassing. Aanvragen ontvangen door de schrijver van de Kleine Synode vóór de inwerkingtreding van de herziene algemene regeling [1 mei 2019] (art. 6-3 oud, vgl.
Andere wegen
In deze algemene regeling zijn de volgende definities van toepassing: kerkelijke jurisdictie: de procedures gebaseerd op de bepalingen - in Executive Orders 3-20 en 3-21. voor de daartoe aangewezen kerkelijke colleges; kerkelijke) raad: het kerkelijk orgaan dat, volgens de bepalingen - in bestuursbesluit 3-20 en 3-21,.
Verkeer tussen kerkelijke colleges onderling en tussen kerkelijke colleges en andere kerkelijke lichamen
Termijnen
Schorsende werking
De uitspraak
Een kerkelijk college maakt, indien de mogelijkheid openstaat tegen de uitspraak van het ker- kelijk college beroep in te stellen, daarvan melding bij de bekendmaking van deze uitspraak. In de melding als bedoeld in lid 1 wordt aangegeven door wie, binnen welke termijn en bij welk kerkelijk college beroep kan worden ingesteld.
Onafhankelijkheid kerkelijke colleges
Voorbereiding van de behandeling
Voorafgaand aan het bezoek geeft het generaal bestuur het klassieke college de gelegenheid schriftelijk te reageren op de tijdens de zitting gepresenteerde stukken en verklaringen. Bezwaren tegen een verzoek als bedoeld in het eerste lid van de algemeen moderatoren van de klassieke vergadering of de kerkenraad of een advies van het klassieke bestuur voor het bezoek kunnen niet – met inachtneming van het bepaalde in verordening 12 – ter behandeling aan een klassiek bestuur worden voorgelegd bezwaren en geschillen, maar kan alleen worden behandeld in het kader van de behandeling van de kwestie die ter ontslag aan de algemene raad wordt voorgelegd.
Behandeling door het generale college
Het hoofdbestuur geeft de priester en het parochiebestuur toegang tot documenten en rapporten.
Uitspraak van het generale college voor de ambtsontheffing
Beroep op het generale college voor de behandeling van bezwaren en geschil- len
Voorbereiding van de behandeling
De raad moet degene tegen wie de beschuldiging is gericht of op wie het verzoek betrekking heeft, in de gelegenheid stellen om binnen een door de raad te stellen termijn schriftelijk op de beschuldiging of het verzoek te reageren. Indien het onderzoek naar aanleiding van een ontvangen beschuldiging of verzoek plaatsvindt, stelt de raad de indiener van de beschuldiging of het verzoek in de gelegenheid de reactie op dat beschuldiging of verzoek aan te tekenen en schriftelijk te reageren.
Voegen van zaken
De Raad zal de betrokken partijen toegang verlenen tot de tijdens de zitting besproken documenten en verklaringen en hen – op verzoek van partijen – een afschrift van deze documenten en rapporten verstrekken. De Raad kan het derde en/of vierde lid van dit artikel niet toepassen bij de behandeling van een zaak die hij passend acht.
Behandeling tijdens de zitting
Publicatie van geanonimiseerde verklaringen van middelbare scholen voor toezicht en aanwijzing van degenen die recht hebben op informatie. De werkinstructies van de klassieke adviseurs van de klassieke raden en andere kerkelijke organen en instanties met betrekking tot de begeleiding van betrokkenen, tegen wie een disciplinaire maatregel is opgelegd.
Behandeling van bezwaren inzake misbruik van pastorale relaties of gezagsrela- ties
Ongeacht het bepaalde in § 14-3 worden betrokkenen afzonderlijk gehoord door een raad ten behoeve van toezicht, indien één van de betrokken partijen daartoe een verzoek doet, in welk geval een schriftelijke uiteenzetting wordt overgelegd van hetgeen is besproken. . Er wordt een samenvatting gemaakt, die – na vaststelling door de raad – aan betrokkenen wordt gecommuniceerd. Een raad van commissarissen is bevoegd - op verzoek van degene die de beschuldiging heeft geuit of van degene die de misstand heeft begaan - in een afschrift van het besluit als bedoeld in bestuursbesluit 10-10-4 letter c of in de mededeling als bedoeld naar onderafdeling bij bestuursbesluit 10-10-5 letter c, met vermelding van de naam van degene die de beschuldiging heeft gedaan of degene die betrekking heeft op de misstand, indien de raad het aannemelijk acht dat deze persoon – door het noemen van de naam – onevenredig wordt geschaad zijn interesses.
Vernietiging zonder verzoek om voorziening in beroep
Een raad van commissarissen kan de behandeling van een bezwaar als bedoeld in dit artikel – wanneer een zaak is overgedragen aan politie of rechterlijke macht – staken totdat de zaak door politie of rechterlijke macht is afgerond, met dien verstande dat in dat geval het bestuur moet beslissen of er reden is om de bepalingen van uitvoeringsbesluit 10-9-4 toe te passen. Indien ter zake van gedrag als genoemd in het 1e punt een disciplinaire maatregel is opgelegd, en deze disciplinaire maatregel tevens in werking is getreden met het oog op verzoening met de gemeente en haar verwanten, wordt de procedure volgens protocol gevolgd. daartoe opgericht door de kleine synode.
Behandeling van bezwaren en beroep
Ontvankelijkheid
Voegen van zaken
Voorbereiding van de behandeling
De raad stelt de belanghebbende binnen een door de raad gestelde termijn in de gelegenheid. De raad is bevoegd - alvorens een bezwaar in behandeling te nemen - van degene die bezwaar heeft ingediend, te verlangen dat hij een door de raad vast te stellen bedrag betaalt, ter dekking van de kosten van de behandeling van het bezwaar.
Behandeling tijdens de zitting
De raad geeft de betrokkenen desgevraagd inzage in documenten of verstrekt – tegen vergoeding van kosten – een kopie van de documenten die de raad in zijn bezit heeft en die betrekking hebben op de betreffende zaak. Bij de behandeling van een klacht zijn de bepalingen van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
Opschorting respectievelijk spoedvoorziening
Kerkelijke organen zijn verplicht een college voor de behandeling van bezwaren en geschillen te voorzien van de door dit college gevraagde gegevens en gegevens voor de behandeling van een zaak.
Beoordeling door een college voor de behandeling van bezwaren en geschillen 1. Een college voor de behandeling van bezwaren en geschillen kan een besluit van een kerkelijk
Het breed moderamen van de classicale ver- gadering vraagt hierover het advies van het classicale college voor de behandeling van be- heerszaken met het oog op het bepaalde in artikel 3. 2. Het generale college voor de behandeling van beheerszaken is bevoegd hiervoor richtlijnen op te stellen.
Verscherpt toezien
De algemene raad voor de behandeling van bestuurszaken is bevoegd hiervoor richtlijnen op te stellen. versie januari 2023 62 f) het voeren van procedures bij de overheidsrechter en het aangaan van overeenkomsten. De algemene raad voor de behandeling van managementzaken is bevoegd richtlijnen op te stellen voor de wijze waarop dit faillissement wordt vastgesteld en de gevolgen daarvan.
Taken generale college voor de behandeling van beheerszaken; afstemming en kwaliteit
De bredere commissie van de klassieke zitting benoemt, na overleg met de klassieke raad voor de behandeling van administratieve zaken, een commissie van curatoren voor de realisatie van de bezittingen van de gemeente. Zowel het splitsingsplan als de rekeningen en de verantwoordelijkheid voor de uitgevoerde liquidatie vereisen de voorafgaande toestemming van de klassieke raad voor het beheer van administratieve zaken.
Oprichting van een protestantse stichting
Een protestantse stichting in de zin van dit algemeen reglement is een stichting die is opgericht of als zodanig erkend door een gemeente, een klasse, een Evangelisch-Lutherse synode of een kerk, in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van dit algemeen reglement. Een interreligieuze stichting is een stichting die is opgericht door een gemeente, een klasse, een evangelisch-lutherse synode of een kerk in samenwerking met een of meer (onderdelen van) andere kerken, met inachtneming van de bepalingen daarover in dit algemeen reglement. of een bestaande stichting waarin wordt deelgenomen, waarin een overdracht heeft plaatsgevonden overeenkomstig de bepalingen van dit algemeen reglement.
Indien het voor een goede uitvoering van de taken, bevoegdheden, rechten en plichten die worden overgedragen noodzakelijk is om binnen de stichting een zodanige structuur te realiseren die onderscheid maakt tussen (uitvoerend) bestuur en zeggenschap, - dient dit vergezeld te gaan van het verzoek om instemming of advies van Artikel 2-2. In dat geval zijn de bepalingen van lid 1 met betrekking tot het bestuur of de bestuurders van de stichting, met uitzondering van de regeling, van toepassing op het toezichthoudend orgaan of zijn leden.
Erkenning van een reeds bestaande stichting als protestantse stichting
Indien twee of meer van de kerkelijke organen, bedoeld in artikel 2-1 onder a, b en c, gezamenlijk een stichting willen oprichten, worden de bepalingen van de artikelen 2 en 3 zo gelezen dat er voldoende regels worden gesteld met betrekking tot dit. Op een besluit om in te stemmen met een statutenwijziging van een interkerkelijke stichting zijn de bepalingen van artikel 2-2 van overeenkomstige toepassing.
Medewerking aan oprichting van of deelname in een gemengde stichting
Als het – in het kader van de stichting – nodig is om tot een zodanige structuur te komen dat er onderscheid wordt gemaakt tussen het (uitvoerend) management en het bestuur van de deelnemer, voor een goede gezamenlijke taakuitvoering. Het kerkelijk lichaam dat besluit een bijdrage te leveren aan de oprichting van of deelname aan een interkerkelijk fonds kan voorwaarden verbinden aan de samenwerking of deelname.
Oprichting van of deelname in een besloten vennootschap
Een notarieel afschrift van de oprichtingsakte (of wijzigingsakte) moet worden gezonden aan het kerkelijk lichaam dat heeft deelgenomen aan de stichting of erkenning, alsmede aan het kerkelijk lichaam dat toestemming heeft gegeven voor de stichting of deelname aan de stichting. De klassieke commissie voor het regelen van bestuurszaken of de kleine synode houdt een register bij van instellingen die overeenkomstig de bepalingen van deze algemene regeling zijn opgericht of erkend of waaraan het kerkelijk lichaam deelneemt.
De Protestantse Theologische Universiteit: vestiging, opleidingsplaatsen, oplei- dingsstructuur en bestuurlijke structuur
Samenstelling college van bestuur
Taken en bevoegdheden college van bestuur
Bij de uitvoering van de in lid 1 genoemde taken zorgt het bestuur ervoor dat de Protestantse Theologische Universiteit bijdraagt aan het behoud van de lutherse traditie en deze bruikbaar maakt voor de gehele kerk, en is zij tevens verantwoordelijk voor het behoud en beheer van de bibliotheek van het Evangelisch-Lutherse Seminarium, dat werd opgegaan in de Protestantse Theologische Universiteit. De voorzitter van het college van bestuur vertegenwoordigt – met inachtneming van de voor de universiteit relevante bepalingen – de Protestantse Theologische Universiteit.
Verantwoordings- en inlichtingenplicht college van bestuur
Samenstelling raad van toezicht
Bij de benoeming wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige zetelverdeling tussen mannen en vrouwen. De leden van het College van Bestuur van de Protestantse Theologische Universiteit nemen deel aan de vergaderingen van de Raad van Toezicht, tenzij het College over bepaalde agendapunten anders besluit; de leden van het College van Bestuur hebben een adviserende stem.
Taken en bevoegdheden raad van toezicht
Het bestuur is bevoegd het college van bestuur zowel genodigd als ongevraagd te adviseren.
Verantwoordings- en inlichtingenplicht raad van toezicht
Taken van het Seminarium van de Protestantse Theologische Universiteit 1. Het Seminarium van de Protestantse Theologische Universiteit heeft in het kader van de na-
De verplichtingen van toekomstige predikanten
Het College van Bestuur kent de student een beloning toe - als hij of zij met voldoende resultaat aan de eisen heeft voldaan. Het College van Bestuur kan – in bijzondere omstandigheden – de betrokken student ontheffen van één of meer van de in lid 1 genoemde verplichtingen.
Het Hendrik Kraemer Instituut
Taken en bevoegdheden van het Hendrik Kraemer Instituut
Het onderzoek naar de geschiktheid van aanstaande zendingsarbeiders 1. Zij die verlangen in een ambt of andere dienst ten behoeve van de missionaire arbeid van ge-
De aanvullende opleiding en het examen
De aanvullende opleiding tot zendingspredikant aan het Hendrik Kraemer Instituut wordt afge- sloten met een zendingsexamen, dat wordt afgenomen door de rector, de docenten alsmede een lid van de adviesraad van het instituut. Zij die met goed gevolg het zendingsexamen als bedoeld in lid 3 hebben gedaan, worden be- voegd verklaard om als zendingspredikant te worden uitgezonden en ontvangen een verklaring daaromtrent van de rector van het Hendrik Kraemer Instituut.
Zendingsarbeiders
Na het horen van de rector van het instituut stelt de adviesraad de eisen en einddoelen vast.
Bezwaren en geschillen
De opbouw van de permanente educatie
De toepassing van de verplichting
Na bevestiging of aanstelling in het ambt krijgt de kerkelijk medewerker een jaar lang persoonlijke coaching in de vorm van begeleiding van een mentor. De kerkelijk medewerker volgt de primaire vervolgopleiding van de door de kerk aangewezen hbo-opleidingen en rondt deze binnen vier jaar na zijn benoeming of dienstbetrekking met succes af.
Omvang en inhoud van de voortgezette nascholing
Pas na voltooiing van het mentorschap kan de kerkelijk werker in dienst treden bij een andere gemeente of een bijzondere opdracht krijgen van een andere gemeente.
De kerk als opdrachtgever van de voortgezette nascholing
Het programma van voortgezette nascholing
De verantwoording
Hernieuwde beroepbaarstelling
Indien betrokkene gedurende een periode van vier jaar of langer niet heeft deelgenomen aan de voortgezette nascholing als bedoeld in artikel 5 kan de commissie betrokkene verzoeken eventuele door deze zelf verworven kennis of vaardigheden te laten waarderen door een daar- toe door de commissie erkende instelling, zulks voor rekening van betrokkene.
Benoembaarheid van kerkelijk werkers, langer dan vier jaar na de afronding van hun opleiding
Bijzondere omstandigheden